De woningverzekering / brandverzekering

Elke brandverzekering vergoedt de materiële schade die veroorzaakt wordt door brand, ontploffing, implosie, blikseminslag, aanslagen en arbeidsconflicten, aanbotsen door een dier, aanbotsen door een transportmiddel, vallen van een boom op het gebouw, storm, sneeuw- of ijsdruk op daken en hagel en natuurrampen. De meeste brandverzekeringen breiden die basisdekkingen meestal nog uit tot schade die veroorzaakt wordt door

  • elektriciteit: inwerking van elektriciteit op elektrische installaties en toestellen (bijvoorbeeld schade aan elektrische toestellen door overspanning, of het verlies van de inhoud van de diepvriezer daardoor ( ontdooiing),…
  • rook of roet
  • waterschade door breuk van leidingen, overlopen van dakgoten, sanitaire installaties of elektrische huishoudapparaten, insijpelen van water door het dak, vorst (op voorwaarde dat de nodige voorzorgsmaatregelen genomen zijn),…
  • glasschade (bijvoorbeeld veranda, ramen)
  • schade aan het gebouw (bijvoorbeeld deuren, ramen) na een inbraak of vandalisme (deze dekking geldt soms alleen als ook een optionele dekking diefstal afgesloten is)

De aanvullende dekkingen vergoeden niet rechtstreeks de kosten van de schade zelf, maar wel de andere kosten die verbonden zijn met een schadegeval, zoals:

  • de reddingskosten
  • de kosten die voortvloeien uit wat de verzekeraar je gevraagd heeft te doen om verdere schade te voorkomen: bijvoorbeeld een zeil dat je over het dak heeft gespannen nadat het vernield werd om te vermijden dat er insijpeling van water zou zijn, wat nog meer schade zou veroorzaken
  • de kosten die voortvloeien uit dringende en redelijke maatregelen die de verzekerde uit eigen beweging heeft genomen om bij nakend gevaar een schadegeval te voorkomen of om de gevolgen ervan te beperken: bijvoorbeeld het gebruik van draagbare blusapparaten
  • de kosten van de bewaring van jouw goederen tijdens de duur van herbouw van het gebouw (bijvoorbeeld het opslaan van meubelen in een meubelbewaarplaats)
  • de kosten voor het slopen van beschadigde goederen – al dan niet nodig voor de herbouw – alsook voor het transport van het puin naar een stortplaats
  • de kosten van huisvesting wanneer de woning onbewoonbaar is (hoe uitgebreid dat is, hangt af van verzekeraar tot verzekeraar)
  • de kosten van expertise van de schade
  • de onbruikbaarheid van onroerende goederen (ook genots- of huurderving genoemd) wanneer het verzekerde gebouw onbewoonbaar is tijdens de duur van heropbouw of herstelling
  • het verhaal van derden: de burgerlijke extra-contractuele aansprakelijkheid indien een verzekerd schadegeval zich uitbreidt naar goederen van derden (brand die overslaat naar een andere woning).

De woningverzekeringen bieden bepaalde dekkingen naar keuze aan, zoals de dekking diefstal en vandalisme en de dekking indirecte verliezen, die voor diverse kosten door schade, opgelopen naar aanleiding van een schadegeval, tussenkomt.